Systemen moeten voor 1 oktober voldoen aan aangepaste emissierichtlijn

Industrie, verwerkers en certificeringsinstellingen zetten zich al sinds jaar en dag in voor het borgen van de veiligheid van gespoten PURschuimproducten. In dat kader heeft het Kennisplatform Gespoten PURschuim in 2019 een richtlijn ontwikkeld om vast te stellen of de emissies van producten veilig zijn voor zowel verwerkers als bewoners. De richtlijn is met succes geïmplementeerd, en heeft het mogelijk gemaakt voor certificeringsinstellingen om de meetresultaten van zowel nieuwe als bestaande producten te beoordelen.

Recentelijk heeft het Kennisplatform laten onderzoeken of de richtlijn in de praktijk goed werkt. Dat past bij het besef van de branche dat de veiligheid van producten nooit af is. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau RPS-Analyse. De evaluatie heeft geleid tot enkele aanpassingen van de richtlijn, die de reproduceerbaarheid van de meetmethode verhogen, onder andere door gebruik te maken van een bestaande Amerikaanse (ASTM-)richtlijn voor het vervaardigen en verpakken van monsters ten behoeve van emissiemeting.

Voor toetsing op VOC-, TSVOC- en aldehyde-emissies zijn de grenswaarden uit de toonaangevende, Europees gangbare Indoor Air Comfortrichtlijn geïmplementeerd. Deze richtlijn is gebaseerd op de internationale standaard EN16516 en borgt dat er alleen systemen worden gebruikt die aantoonbaar veilig zijn toe te passen door verwerkers en voor bewoners. Aanvullend zijn de beoordelingscriteria uitgebreid met een controle op de vorming van MDA.

Leveranciers van alle gecertificeerde systemen die op de markt zijn, moeten ervoor zorgen dat hun systemen voor 1 oktober 2024 worden onderworpen aan metingen om te bepalen of ze voldoen aan de aangepaste richtlijn.